Sloopmelk: hoe zit dat nu echt?

Je hebt het vast al eens zien voorbijkomen: sloopmelk. Zo noemen dierenactivisten melk met een ander keurmerk dan het biologische of Beter Leven keurmerk. Volgens hen gaat het om zuivelproducten die door de meeste mensen in Nederland worden gekocht en gebruikt. Is dat echt zo slecht? We zetten de feiten op een rij.

sloopmelk

Wat is sloopmelk?

Sloopmelk is de term die door dierenactivisten wordt gebruikt voor melk zonder het keurmerk Beter Leven van de Dierenbescherming of het biologische keurmerk. De term is een beetje verwarrend volgens taalkundigen. De melk zelf wordt immers niet gesloopt en ook sloopt het niet de mensen die het gebruiken of de natuur. Het gaat er volgens de bedenkers om dat koeien bij de productie van melk zonder die keurmerken worden ‘gesloopt’.

Het gaat over het leven van de melkkoe

Sloopmelk gaat dus over het leven van de melkkoe. Volgens de activisten zijn er aantal dingen mis met de manier waarop de meeste melkkoeien in Nederland worden gehouden. En dat zou leiden tot ‘sloopmelk.’

Dit gaat over melk die we (bijna) allemaal gebruiken

Het is goed om te weten dat bijna alle dagverse zuivel in Nederland  een keurmerk heeft. Het ene keurmerk stelt extra eisen aan het welzijn van de koe, en andere keurmerken letten extra op natuurbehoud of milieu. Met elkaar zorgen we dus voor verandering, want in Nederland eet en drinkt bijna iedereen (98% van de bevolking) zuivel. Omdat het lekker is en omdat het past in een gezond voedingspatroon.

Wat klopt er van die beweringen?

Omdat we bijna allemaal elke dag melk en zuivelproducten gebruiken is het goed om te weten wat er klopt van die beweringen. Worden melkkoeien echt ‘gesloopt’?

Stelling 1: Koeien geven meer melk dan vroeger

Tegenwoordig geven melkkoeien in Nederland veel meer melk dan vroeger. In 1910 gaf een gemiddelde melkkoe 2500 liter melk per jaar. In 1950 gaven ze 4000 liter. En nu is dat meer dan twee keer zoveel: namelijk 8900 liter per jaar. Hoe dat kan? Dat komt door verbeterde huisvesting, beter veevoer en doordat boeren en dierenartsen meer weten over de gezondheid van de koe en wat de koe nodig heeft. Daarnaast is de koe van nu ook het resultaat van jarenlange fokprogramma’s. Door telkens de beste melkkoeien en stieren te gebruiken, krijg je steeds betere koeien. Met andere woorden: de moderne koe is gemiddeld gezonder dan vroeger en geeft ook meer melk.

De moderne melkkoe is dus optimaal uitgerust om melk te geven. Maar die hoge melkgift (dat is de vakterm) kan alleen als de melkkoe gezond is en in optimale conditie. Daarom houden melkveehouders elke koe goed in de gaten en zorgen ze goed voor hun koeien, 24 uur per dag en 7 dagen in de week. Boeren zien het heel snel als een koe iets mankeert of minder melk geeft.

Stelling 2: De leefomgeving van koeien is niet optimaal

Hierover verschillen de meningen. De leefomstandigheden van alle melkkoeien in Nederland is aan regels gebonden. Die zijn voorgeschreven door de wet, maar ook door de zuivelbedrijven waar melkveehouders melk aan leveren. Het klopt dat de regels voor melkveehouders die vallen onder het keurmerk Beter Leven en het keurmerk Biologisch strenger zijn. Maar dat betekent niet per definitie dat de leefomstandigheden van de andere melkkoeien minder goed is.

Echt verouderde stallen zijn zeldzaam in Nederland. Die vind je veel vaker in de landen om ons heen. Er zijn steeds meer moderne stallen in Nederland, waar koeien redelijk optimaal kunnen worden verzorgd. Bovendien is het aantal melkveehouders dat hun koeien in de wei laat lopen  de laatste jaren toegenomen; ongeveer 81% doet aan weidegang.

Stelling 3: koeien worden ziek

Het klopt dat er ziektes voorkomen bij melkkoeien, zoals een ontsteking aan de uier of klauwziekte. Dat is naar voor de koeien die ziek zijn, en ook voor de melkveehouder. Een zieke koe geeft minder of zelfs geen melk. En in het geval van een uierontsteking of een andere ziekte, mag de melkveehouder de melk van die koe ook niet leveren aan de zuivelfabriek. Daarom is elke melkveehouder heel alert op het voorkomen en het vroeg herkennen van ziektes.

Stelling 4: koeien worden gemiddeld maar zes jaar oud

Dit gemiddelde klopt ook. Naarmate koeien ouder worden, neemt de melkproductie af en op een gegeven moment staat een melkveehouder voor de keuze: blijf ik investeren in de koe met de kans dat ik dat geld niet meer terugverdien. Of moet ik de koe laten afvoeren. Dat is een rationele keuze die draait om geld, maar die ook best moeilijk is om te nemen.

Deze rekensom moet elke melkveehouder regelmatig maken, ook bij koeien met de hoogste dierenwelzijnskeurmerken. Het verschil is dat die melkveehouders meer geld kunnen vragen voor hun melk en dat de koeien met een lagere melkgift misschien langer rendabel zijn.

Kiezen voor keurmerken?

Dé manier om als consument de melkveehouderij nog duurzamer en diervriendelijker te maken is door melkveehouders te ondersteunen. Dat kun je doen door te kiezen voor een specifiek keurmerk voor zuivel. Milieucentraal biedt een overzicht van eisen waaraan allerlei keurmerken voldoen. Als consumenten voor bepaalde keurmerken kiezen, kunnen meer melkveehouders bijvoorbeeld biologisch worden of aan andere milieu-, natuur of dierenwelzijnseisen voldoen waardoor ze vaak extra premies krijgen van zuivelbedrijven. Op deze pagina vind je een overzicht van alle keurmerken en wat ze betekenen.


Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *