Kwatrijnstal: koeienstal van de toekomst
De Kwatrijnstal is relatief duurzaam, diervriendelijk én past mooi in het landschap. De bedenkers noemen hem wel de stal van de toekomst. Maar hij bestaat al: de eerste staat in Kaatsheuvel.
De 70 bruine Jerseykoeien van Sjaak en Suzanne Sprangers hebben het goed. In hun nieuwe stal op de biologische boerderij in Kaatsheuvel hebben ze volop de ruimte: zo’n 12 vierkante meter per koe. En ze liggen er op dikke strobedden. Bovendien kunnen ze altijd naar buiten, waar ze grazen op een groot veld in het bos, aan de rand van natuurgebied de Loonse en Drunense Duinen. Van de melk van deze koeien worden biologisch ijs en kaas gemaakt.
Naar binnen kijken
Boer Sprangers bedacht deze koeienstal, de zogeheten Kwatrijnstal, samen met Henk Antonissen. Ze wilden graag een stal maken waar voorbijgangers makkelijk naar binnen kunnen kijken én waar de koeien ouder worden. Andere partijen dachten mee, zoals de Wageningen Universiteit. Ook kreeg het project steun van onder meer Natuurmonumenten en het ministerie van Economische Zaken.
Duurzamer en diervriendelijk
In de stal zijn allerlei vernieuwende ideeën verwerkt. Zo hebben de koeien 50 procent meer loop- en ligruimte dan in een gangbare stal. Het stro waarop ze liggen is comfortabel, werkt isolerend en absorbeert vocht. De mest en urine worden zo afgevoerd, dat er zo min mogelijk ammoniak vrijkomt en de stal draait volledig op duurzame energie. Bovendien is hij bedacht voor boerderijen dicht bij kwetsbare natuur: door de stal heen blijft de omgeving zichtbaar.
Zonne-energie
Afgelopen voorjaar opende Staatssecretaris Sharon Dijksma de nieuwe koeienstal in Kaatsheuvel. De boer is van plan om straks zonnepanelen op het dak te plaatsen, die niet alleen de boerderij, maar ook een aantal woningen in de buurt van energie gaan voorzien. En uiteraard is het de bedoeling dat er nog meer Kwatrijnstallen in Nederland komen.
