Kringlooplandbouw in de melkveehouderij, hoe werkt dat?

Nederland wil koploper zijn in de duurzame kringlooplandbouw. Maar hoe kun je in de melkveehouderij je bedrijf verduurzamen? Amber Laan is melkveehouder, adviseur Duurzame Landbouw en voorzitter van een belangenvereniging voor jonge boeren. “Ik geloof in kleine stapjes maken op je bedrijf.”

kringlooplandbouw in de melkveehouderij

Kringlooplandbouw in de melkveehouderij

Kringlooplandbouw in de melkveehouderij (ook wel circulaire landbouw) is een containerbegrip voor allerlei vormen van duurzame landbouw. Het draait allemaal om het idee van een gesloten kringloop van grondstoffen, nutriënten en energie. In theorie is alles dan in balans: bijna niets gaat verloren en vrijwel alles wordt hergebruikt.

Kringlooplandbouw wordt gezien als dé toekomst van de Nederlandse agrarische sector, waarin bijvoorbeeld ook een belangrijke rol is weggelegd voor carbon farming. Maar zover zijn we nog niet. Daarom is het belangrijk te kijken waar boeren nu staan, waar ze naar toe willen en kunnen en hoe ze dat kunnen doen. Dat doen we aan de hand van een vraaggesprek met dé kenner: Amber Laan, melkveehouder, adviseur Duurzame Landbouw en voorzitter van een belangenvereniging voor jonge boeren.

Wat betekent duurzaamheid voor een boer?

“Duurzaamheid is een containerbegrip. Er vallen verschillende thema’s onder: klimaat, biodiversiteit, waterkwaliteit, bodemkwaliteit, luchtkwaliteit en kwaliteit van de leefomgeving. Soms werken die thema’s elkaar ook tegen. Zo kan het voor je uitstoot CO2-equivalent per kilo melk gunstig zijn om meer liters melk te produceren. Maar misschien heeft dat dan weer een negatief effect op bijvoorbeeld de waterkwaliteit. Je moet dus breder kijken dan één thema. Daarnaast betekent duurzaamheid voor mij ook: op lange termijn een fatsoenlijk inkomen uit je bedrijf kunnen halen.”

“Nederlandse melk heeft ongeveer 1,24 kilo CO2-equivalent per kilo melk. In de rest van de wereld is dat bijna twee keer zo hoog.”

Hoe duurzaam zijn Nederlandse boeren?

“Dat ligt eraan waar je naar kijkt en hoe je het meet. Als je kijkt naar de hoeveelheid CO2-equivalent per kilo melk, doet de Nederlandse boer het hartstikke goed. Nederlandse melk heeft ongeveer 1,24 kilo CO2-equivalent per kilo melk. In de rest van de wereld is de gemiddelde uitstoot bijna twee keer zo hoog.”

“Nederland heeft veel koeien per hectare grond”

De Nederlandse melkveehouderij is dan wel weer redelijk intensief. “Dat betekent dat er relatief veel koeien per hectare land zijn. Per hectare is de CO2- en stikstofuitstoot daarom hoger dan in een land als Denemarken. Daar heeft een boer rustig 600 koeien. Dat is veel meer dan hier. Maar die heeft dan ook 600 hectare grond onder zijn bedrijf. Dat kan daar, omdat er veel minder mensen wonen en de grond een stuk goedkoper is. Ik denk dat echt wordt onderschat hoezeer boeren bezig zijn met biodiversiteit en zorgen voor de natuur. Al is het alleen maar met oog op hun eigen bedrijfsvoering.”

“Duurzaamheid is niet altijd zichtbaar van buitenaf”

“De duurzaamheid van een boerderij is niet altijd zichtbaar van de buitenkant. Er zitten bijvoorbeeld veel duurzaamheidsafwegingen in het voer dat je kiest of het type stal. Dat zijn vooral managementkeuzes. Natuurlijk is altijd ruimte voor verbetering, maar over het algemeen is de Nederlandse boer echt wel fanatiek bezig met verduurzaming. Alleen is het tempo dat nu wordt gevraagd voor een aantal boeren echt te hoog. Dan moet je stappen zetten die zoveel kosten dat je ze niet direct, of zelfs helemaal niet kunt terugverdienen.”

Wat hebben duurzaamheid en het stikstofprobleem met elkaar te maken?

“Het zijn twee verschillende dingen, maar ze raken elkaar wel. Als door een teveel aan stikstof bijvoorbeeld bepaalde plantensoorten andere soorten verdringen, dan heeft dat invloed op de biodiversiteit.”

“Stikstofprobleem gaat vooral over ammoniak”

“Voor melkveehouders gaat het stikstofprobleem vooral over ammoniak. Dat komt voornamelijk vrij als koeienpoep en -urine met elkaar in contact komen. Vaak gebeurt dat in de mestkelder van de stal, waar de mest wordt verzameld. Die ammoniakuitstoot kun je voor een deel wel afvangen met bijvoorbeeld luchtwassers, maar een deel komt ook in de omgeving terecht.”

“Boeren willen stikstof binnen eigen kringloop houden”

“Tegelijkertijd is stikstof is een belangrijke voedingsstof voor gewassen. Als boer wil je daarom het liefst alle stikstof binnen de kringloop van je eigen boerderij houden. Dus de stikstof blijft in de mest, daarmee bemest je het land. Daar wordt het omgezet in eiwitten in het gras. De koeien eten dat gras op, en zetten het weer om in waardevolle producten: melk en mest. Dat is kringlooplandbouw.”

Kun je koeien volledig voeden met gras van eigen land?

“Als je genoeg grond hebt, zou je de koeien volledig kunnen voeren met gras van eigen boerderij. Dat is ook gezond voor de koe, zeker als je kruidenrijk gras hebt. Over het algemeen geven koeien wel minder melk als je alleen gras voert, dan wanneer je ze ook wat mais, soja of krachtvoer geeft. Het verschilt per boer en omgeving welke versie meer rendeert.”

“Veevoer en kunstmest zorgen voor extra uitstoot CO2”

Een deel van het veevoer komt uit Brazilië of de VS per vrachtschip naar Nederland. Soja voor Nederlandse melkkoeien is gecertificeerd, wat betekent dat het duurzaam geproduceerd wordt. Het transport en de verwerking leveren uiteraard wel CO2-uitstoot op. En bij de productie van kunstmest komt ook relatief veel CO2 vrij. Als melkveehouder stoot je zo dus als het ware extra CO2 uit.

“Zelfvoorzienend zijn in voer kost vaak extra (dure) grond”

Om zelfvoorzienend te zijn, dus je koeien helemaal met je eigen gras voeren, zullen veel melkveehouders land moeten bijkopen om dat gras te laten groeien. In Nederland is een hectare land erg duur. Dus als je dat land al kunt bijkopen, zullen die koeien wel meer moeten opleveren. Anders kun je het bijna niet financieren. Het is dus ook een kwestie van financiële haalbaarheid. Ik denkt dat best veel boeren hun eigen voer volledig zelf zouden willen organiseren, maar dat is best uitdagend.”

Kun je verduurzamen en dezelfde melkopbrengst behouden?

“Ik denk dat het kan: verduurzamen met dezelfde of zelfs een hogere melkopbrengst. Er wordt hard gewerkt aan allerlei innovaties die niet alleen bijdragen aan verduurzaming maar ook de productie op peil houden.”

“Ik geloof erg in kleine stapjes maken op je bedrijf en niet in een keer de hele bedrijfsvoering omgooien. Als je strategisch wilt verduurzamen, moet je ook de melkopbrengst in het oog houden. Als je een boer bent met tweehonderd koeien, heb je ook een stal gebouwd voor tweehonderd dieren en daar ook een lening voor afgesloten. Om die te kunnen aflossen heb je de inkomsten van tweehonderd koeien nodig. Als je dan ineens het aantal dieren halveert en de melkprijs blijft hetzelfde, dan kom je niet meer uit.”

Welke kleine stapjes kunnen boeren zetten?

“Vaak kun je vrij makkelijk beginnen met een paar hectare inzaaien met kruidenrijk gras of grasklaver. Om te kijken of dat een beetje werkt in de bedrijfsvoering. Dan heb je verschillende soorten op je percelen en dat is goed voor de biodiversiteit. Bovendien bindt klaver stikstof uit de lucht. Het heeft dus ook een positief effect voor stikstof.”

“Verder zijn er kleine dingen die je kunt doen als open plekken op je bedrijf inzaaien met bloemen en struiken. Wij hebben op onze boerderij een kwart hectare bomen geplant. In de zomer kunnen de hoogdrachtige koeien daar wat extra schaduw vinden. Tegelijkertijd nemen de bomen CO2 op en is het goed voor de biodiversiteit.”

Kan elk boerenbedrijf biologisch gaan werken?

“In theorie kan elke boer overstappen naar biologisch. Je bodem moet dan bijvoorbeeld helemaal kunstmestvrij zijn en er zijn regels voor onder meer dierenwelzijn, voer en antibioticagebruik. Het kost je twee jaar om biologisch gecertificeerd te worden. Tijdens de omschakeling moet je vanaf dag 1 volledig biologisch werken. De producten mogen alleen nog niet als biologisch worden verkocht. Dat is dus wel een investering, want je productiekosten gaan omhoog terwijl je nog niet een meerprijs voor je producten ontvangt. Misschien zou daar nog iets leuks op bedacht kunnen worden.”

Zijn veel boeren bezig met duurzame energie?

“Het platteland is natuurlijk heel geschikt voor het opwekken van duurzame energie. Je hebt ruimte en mooie grote daken waar veel zonnepanelen op passen. Akkerbouwers hebben vaak ook wel mogelijkheden voor windmolens. Veel boeren zijn op dit gebied welwillend. Het probleem is hier vaak de netcapaciteit. Boeren kunnen vaak meer opwekken dan ze zelf verbruiken. Die extra energie willen ze terug leveren aan het net. Maar dat kan het net lang niet altijd aan.”

Is het duur om te verduurzamen?

“Dat ligt eraan in welk tempo je het doet en welke beloning er tegenover staat. Zoals bij het stoppen met kunstmest. Op korte termijn kost het extra inspanning om te zorgen dat je met alternatieven de bodem voedt. Maar op de lange termijn zal dit gemakkelijker worden. En het scheelt je de kosten voor kunstmest. Tegelijkertijd groeit het gras of andere gewassen wel minder hard. Het kost je, zeker op korte termijn, dus ook grasopbrengst.”

Wat is duurzamer: koeien in de wei of in de stal?

Weidegang is voor veel dingen beter. Al was het maar omdat de koeien het gras zelf ophalen en je het niet met een tractor naar de stal hoeft te brengen. En de mest niet naar het land. Ook als je kijkt naar stikstof heeft weidegang meestal een positief effect. Koeien die veel buiten lopen, poepen en plassen doorgaans niet op dezelfde plek. Daardoor komt er geen ammoniak vrij.”

“Maar het is ook weer geen kwestie van je koeien naar buiten gooien en klaar ben je. In een veenweidegebied zoals waar ik woon, daar is de grond snel te drassig voor de koeien om op te lopen. Daarom pompen we er wat water uit. Maar doordat het veen dan droger wordt, zakt het een beetje en daar komt weer CO2 bij vrij. Te nat is trouwens ook weer niet goed. Als het land teveel onder water staat, ontstaat er lachgas. Dat is bijna 300x schadelijker dan CO2.”

“Iedere boer moet dus eigen afwegingen maken afhankelijk van de specifieke situatie van die boerderij. Het is niet makkelijk. Maar ja, als het heel makkelijk was geweest, dan hadden we het probleem allang opgelost natuurlijk.”


Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *