René François, docent Diergezondheid: ‘Wij leren studenten goed met dieren om te gaan’

Voorkomen is beter dan genezen

Wie aan het vak Diergezondheid denkt, ziet de dierenarts al bijna met een spuit in de stal staan. Toch is ook preventie een belangrijk onderdeel van de lessen van René. “Zo gebruiken we het Koekompas, waarmee we kijken met welke handelingen dierenziektes kunnen worden voorkomen. Dat is een belangrijke les, omdat zo’n kompas laat zien dat je niet achterover kunt leunen als het goed gaat met de dieren. Studenten moeten alert zijn op risico’s, om een diergezondheidsprobleem op het bedrijf te voorkomen.”

Leren met een kunstkoe

Het is een van de vele manieren waarop dierengezondheid voorkomt op de Aeres Hogeschool Dronten. “In het eerste jaar krijgen studenten vooral praktijklessen. Daarbij gebruiken we, als het verantwoord is, echte dieren. Dat komt toch beter aan dan wanneer studenten de stof uit een boek moeten opvangen. Bepaalde behandelingen zijn te belastend voor de dieren, zoals rectale onderzoeken. Vroeger waren praktijklessen over dit onderwerp dan ook niet mogelijk. Sinds we een kunstkoe hebben aangeschaft kunnen studenten toch meemaken hoe zo’n onderzoek er in de praktijk aan toe gaat. Dat is belangrijk, want nu hebben ze al een veel beter inzicht in hoe een koe er van binnen uitziet.”

Liever high-tech, of toch biologisch?

Naast de kunstkoe beschikt de Aeres Hogeschool Dronten over een heuse schoolboerderij. Die boerderij, die door studenten draaiende wordt gehouden, bevat twee faciliteiten speciaal voor koeien: De Flevolandstal, vol met high-tech snufjes, en het Weidebedrijf, dat meer biologisch is. René: “Zo kunnen studenten de verschillen mooi zien, zodat de discussie mooi kan loskomen. Biologisch wordt namelijk wel als welzijnsvriendelijker gezien, maar daar zitten ook wel uitdagingen. De vrijheid om in de stal en wei te lopen, vraagt om andere klauw- en beenwerkeigenschappen, die juist tot meer kreupelheid kunnen lijden. Dat is een uitdaging. Selecteer je koeien op sterk beenwerk, of juist op melkproductie? Zelf geven we geen antwoord op de vraag welke wijze van het houden van koeien welzijnsvriendelijker is. Op die manier kunnen studenten zelf hun visie ontwikkelen.”

Diergezondheid in het buitenland

Na het eerste jaar breekt een tijd met meerdere stages aan. In binnen- én buitenland. René: “Een enorm leerzaam onderdeel van de studie. Op het gebied van dierenwelzijn zien ze daar namelijk dat we de zaakjes hier goed op orde hebben. We spreken in Nederland wel eens van megastallen, maar dat is echt kinderspel in vergelijking met de bedrijven in bijvoorbeeld Nieuw-Zeeland. Daardoor hebben we hier bijvoorbeeld relatief meer aandacht voor kalfjes die het wat minder goed doen. Een student realiseert zich dan hoe fijn het is dat wij nog tijd besteden aan dieren die economisch weinig voordeel opleveren.”

“Andersom geldt natuurlijk hetzelfde. We hebben best veel studenten vanuit ontwikkelingslanden, die een deel van hun studie hier volgen. Daar zijn ze soms al blij als ze überhaupt productie hebben, waardoor diergezondheid een minder groot thema is.”

Wat kunnen we zelf nog leren over diergezondheid?

Natuurlijk gaat hier ook niet altijd alles perfect. Op de vraag wat we nog van het buitenland zouden kunnen leren antwoordt René: “In een land als Duitsland moet je een certificaat hebben als je wilt insemineren. Hier niet. Ook voor het toedienen van medicijnen bij dieren heb je in Nederland, net als in het buitenland, geen certificaat nodig. Dat is krom, omdat er enorm veel regels rondom medicijngebruik zijn, maar er geen eisen worden gesteld aan de vaardigheid van degene die de medicijnen toedient. Dat is uit balans. Zo’n certificaat moet dan alleen geen belemmering zijn voor het overgrote deel van de mensen die de vaardigheid wél goed beheersen. Als je geen certificaat hebt, wil dat niet zeggen dat je het niet kunt. Maar in Nederland is op dat vlak er helemaal niks geregeld, dat is dan ook wel weer heftig.”