Crème fraîche (Frans voor verse room) is friszure room en een echte alleskunner in de keuken. Je kunt het zowel gebruiken in warme- als koude gerechten. Vijf verrassende feiten over dit bijzonder veelzijdige zuivelproduct.
Crème fraîche: alleskunner in de keuken
1. Het is ideaal voor warme gerechten
Andere roomsoorten zoals slagroom en zure room (sour cream) gaan schiften bij verhitting. Crème fraîche niet. Dit komt door het lage eiwitpercentage en het hoge vetgehalte (35%-40%). Crème fraîche met een lager vetpercentage (15%) is om die reden niet echt geschikt voor warme toepassingen.
Bij verhitten wordt crème fraîche dunner, bij inkoken juist dikker. Het kan dan ook té dik worden. Door een beetje koud water toe te voegen en het los te kloppen maak je het weer romig.
2. Koud is het ook lekker
De kracht van crème fraîche is dat het op ontzettend veel verschillende manieren is toe te passen in de keuken. Van voorgerechten zoals een zalmwrap tot heerlijke pompoensoep en van hoofdgerechten als lasagne en curry tot toetjes met fruit. De typerende friszure romige smaak is uitstekend te combineren met zoete én hartige gerechten.
3. Het is puur natuur
Net als bij veel andere vormen van zuivel komt er verrassend weinig kijken bij de productie. Crème fraîche wordt gemaakt door room aan te zuren met melkzuurbacteriën. Dan laat men het ongeveer 12 uur lang op kamertemperatuur rusten. En klaar is dit veelzijdige product. In andere soorten kookroom zijn bind- en smaakmiddelen nodig om het geschikt te maken voor gebruik in warme gerechten.
4. In Frankrijk heet het crème épaisse
Crème fraîche komt oorspronkelijk uit Frankrijk (Normandië en Bretagne) maar heet daar anders dan hier. Er zijn twee soorten. De dikke versie die wij kennen heet crème épaisse. Ongeklopte slagroom heet crème fraîche liquide of fleurette. Even opletten dus als je in een Franse supermarkt op zoek bent naar ‘onze’ crème fraîche.
5. Je kunt het ook zelf maken
Meng 250 ml slagroom met een eetlepel karnemelk in een kom. Bedek de kom met huishoudfolie en laat dit 12 tot 18 uur dik worden op kamertemperatuur. Zet het daarna nog 24 uur in de koelkast, zodat de melkbacteriën uit de karnemelk nog beter kunnen zorgen voor die kenmerkende friszure smaak.
Energie: 50 kcal
Eiwit: 0,4 gram
Koolhydraten: 0,3 gram (waarvan suikers 0,1 gram)
Vet: 5,4 gram