Clafoutis is een nagerecht uit de Franse keuken. De klassieke clafoutis aux cérises wordt gemaakt van kersen mét pit. Deze kersen worden overgoten met een beslag van eieren, melk, bloem en suiker. Een makkelijk dessert dat bijna niet kan mislukken.
Clafoutis met kersen: zo maak je deze Franse klassieker
Wat is een Clafoutis met kersen?
Een clafoutis is een kruising tussen een taart en een pannenkoek uit de oven die lekker smeuïg is. Fransen zijn er dol op: als dessert, bij de brunch of zelfs als ontbijt. Het bekendst is de clafoutis aux cérises uit de provincie Limousin. De combinatie van sappige kersen en een vla-achtig beslag zorgt voor een verfrissende smaak. Fransen gebruiken meestal zure kersen die bekend staan als ‘griottes’ of de Bigarreau-kers, maar je kunt natuurlijk ook Betuwse kersen gebruiken.
Kersen met of zonder pit? Dit is wat je moet weten
Traditioneel worden de pitten dus niet verwijderd. Even wassen en de steeltjes weghalen volstaat. De reden waarom Fransen de pitten intact laten, is dat open kersen veel vocht verliezen, waardoor de taart zompig kan worden. Daarbij geven de pitten ook extra smaak af. Vind je de pitten onhandig? Of eten er ook kinderen van de taart mee? Dan zijn pitloze kersen uit een pot of uit de diepvries een prima alternatief voor verse kersen.
Chique naam, maar geen ingewikkeld recept
Het woord clafoutis klinkt chic, maar laat je daar niet door ontmoedigen: eigenlijk is dit gerecht heel makkelijk om te maken. Net als pavlova. De ingrediënten voor het beslag, zoals melk, bloem en roomboter, heb je vaak toch al in huis. Niet zo’n fan van kersen? Dan kun je de taart ook heel goed met ander fruit maken, zoals bramen, frambozen, aardbeien, abrikozen of appel met kaneel. Dat is het leuke van clafoutis: met het basisrecept kun je alle kanten op.
Clafoutis lauwwarm óf koud serveren
De Franse fruittaart is de perfecte afsluiter van een uitgebreid diner. Precies zoet genoeg en heel lekker met een lepel crème fraîche of bolletje vanille-ijs. Maar ook bij de koffie is clafoutis een overheerlijke traktatie waar je gasten zeker blij mee zult maken. Je kunt de taart lauwwarm óf koud opdienen. Strooi voor het serveren een klein beetje poedersuiker over de clafoutis voor het mooiste resultaat. Bon appetit!
Ingrediënten
½ vanillestokje
250 milliliter melk
450 gram kersen, vers of diepvries
25 gram roomboter
3 eieren
100 gram crème fraîche
80 gram bloem
75 gram suiker
Snufje zout
Poedersuiker
Verder nodig: Een lage taartvorm met een diameter van ongeveer 26 centimeter, wat extra boter voor het invetten van de vorm en een elektrische mixer of garde.
Bereiding
- Snijd het vanillestokje doormidden en schraap het merg eruit.
- Doe het merg samen met het vanillestokje en de melk in een steelpan en breng dit aan de kook.
- Haal de pan van het vuur als de melk kookt en voeg de roomboter toe. Laat de boter smelten in de melk.
- Laat alles vervolgens afkoelen tot het lauwwarm is.
- Verwarm de oven voor op 180 graden.
- Vet de taartvorm in met boter.
- Doe de bloem, suiker en het zout in een kom en meng dit door elkaar.
- Voeg de eieren toe en klop deze door de bloem.
- Verwijder het vanillestokje uit de afgekoelde melk en voeg de melk al kloppend toe aan het beslag.
- Mix het beslag tot er geen klontjes meer inzitten. Dit gaat het makkelijkst met een mixer of garde.
- Verdeel de kersen over de ingevette taartvorm. Let op: laat kersen uit een pot eerst goed uitlekken. Gebruik je verse kersen en wil je deze ontpitten? Snijd de kersen dan doormidden, draai de ene helft eraf en verwijder de pit van de andere helft met de punt van een puntig mes.
- Schenk het beslag over de kersen totdat deze bijna helemaal bedekt zijn.
- Bak de kersenclafoutis 40 tot 50 minuten totdat de bovenkant licht goudbruin van kleur is.
- Bestrooi de taart met poedersuiker en serveer de clafoutis direct, met per punt een eetlepel crème fraîche ernaast.