Dit wist je nog niet over boter-kaas-en-eieren

We hebben het op school allemaal wel eens gespeeld tijdens een saaie les: boter-kaas-en-eieren. Wist je dat dit strategische spelletje eeuwenoud is en over de hele wereld wordt gespeeld? Over de herkomst van de naam doen verschillende verhalen de ronde.

boter kaas en eieren

Strategisch spelletje

Weinig spelletjes zijn zo eenvoudig van opzet als boter-kaas-en-eieren: het enige wat je ervoor nodig hebt is een velletje papier en een potlood of pen. En een medespeler natuurlijk. Al kun je het spel tegenwoordig ook online spelen met een virtuele tegenstander. In een vierkant van negen vakjes (drie bij drie) proberen de spelers om als eerste drie kruisjes of drie nullen op een horizontale, verticale of diagonale rij te krijgen.

Zo oud als de Romeinen

Over de herkomst weten we vrij weinig. Wel staat vast dat het spel eeuwenoud is. Zelfs de Romeinen zouden het al gespeeld hebben. Hoe we dit weten? Verspreid over het voormalige Romeinse rijk zijn roostertjes van drie-bij-drie gevonden, ingekerfd in steen. De naam van het spel in de oudheid zou hebben geluid: terni lapilli, oftewel: drie steentjes bij elkaar.

Wereldwijd populair

Boter-kaas-en-eieren wordt zo’n beetje over de hele wereld gespeeld. En overal heeft het een andere naam. Zo noemen de Amerikanen het spelletje ‘tic tac toe’ en hebben de Engelsen het over ‘noughts and crosses’ (nullen en kruisjes). Spanjaarden spelen af en toe het spelletje ‘tres en raya’ (drie op een rij) of ‘ta te ti’. In Vlaanderen was in de jaren dertig de benaming ‘ootje, bootje, kaas’ gangbaar.

Boter-kaas-en-eieren in andere culturen

  • Romeinse Rijk (oudheid): ’terni lapilli’
  • Amerika: ’tic tac toe’
  • Groot-Brittannië: ‘noughts and crosses’
  • Spanje: ‘tres en raya’ of ‘ta te ti’
  • Vlaanderen: ‘ootje bootje en kaas’

Herkomst boter-kaas-en-eieren

Waarom wij het precies boter-kaas-en-eieren noemen? Het Meertens Instituut in Amsterdam, dat onderzoek doet naar de Nederlandse taal en cultuur, heeft daar geen sluitend antwoord op. In het boek ‘De Volksvermaken uit 1870’ door Jan ter Gouw staat vermeld dat het spel vooral op school werd gespeeld tijdens de rekenlessen. Opvallend genoeg heette het toen nog boter, melk en kaas. De winnaar eiste zijn overwinning op door te zeggen: ‘Boter, melk, kaas, ik ben de baas’.

Met dank aan de melkboer

Andere bronnen suggereren dat de Hollandse naam zou zijn afgeleid van de melkboer. Die ging vroeger met zijn zuivelwaar van deur tot deur. In zijn boekje stonden drie kolommen: één rij voor elk product. Wanneer iemand alle drie de producten wilde kopen, dan zette de melkboer een streep door alle kolommen. Maar of dit verhaal klopt, is helaas niet met zekerheid te zeggen.

 


Comments

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *